Hoewel slechts beperkt aangeplant, wordt de Kéknyelü wel beschouwd als het vlaggenschip van Badacsony: de wijnen die de druif produceert bezitten naast unieke aroma’s veel diepgang en een groot rijpingspotentieel. Het is echter ook een wat lastige druif, omdat ze vrouwelijk is. De meeste druivenrassen zijn tegenwoordig hermafrodieten: ze bestuiven zichzelf.
Om een zeldzame, louter vrouwelijke druif als Kéknyelü te verbouwen, heb je twee keer zoveel oppervlakte nodig. Naast elke rij Kéknyelü staat een rij met de mannelijke Budai Zöld – voornamelijk bedoeld om de Kéknyelü te bevruchten en daarnaast gebruikt voor blends.
Het rendement van de Kéknyelü-stokken is onberekenbaar gezien de afhankelijkheid van een zonnige, maar niet te warme bloeiperiode en de wind die zorgt voor de bestuiving.
De eerste indrukken: veel kleur, heerlijke fruitige geur, aromatisch, gerijpt, mineraal, harmonieuze zuren, licht rokerig, zeer schoon, energiek, mooie inbreng van hout, complex, breed inzetbare gastronomische wijn met veel lengte. Duidelijk een grote verrassing.
Een wijn die zich goed op zichzelf laat smaken, maar ook verschillende gerechten tot in de perfectie begeleid. Te denken valt aan lichte pastagerechten, vis, gevogelte, noten of een rijkgevulde salade. (Fles 750ml)